CONCERT PIXELS
  • Home
  • Photo Shoots
  • Contact

Voices of Rock Radio • Lokerse Feesten

13/12/2013

 

- By Nick Müller @ Photo's ©


Picture
Picture
Picture
Picture
Picture
Picture
Picture
After last year’s appearance of Jim Peterik’s (ex-Ides Of March) World Stage at the Lokerse Feesten, this year, the annual festival in Belgium, delivered more of the same. This time in the shape of ‘Voices Of Rock Radio’, a new project under the guidance of singer Kevin Chalfant (The Storm, Two Fires, 707). Backed up by his Fly 2 Freedom Band and guitarist Josh Ramos (The Storm, Two Fires), he got himself surrounded by singers Jimi Jamison (Survivor), Wally Palmar (The Romantics), John Cafferty (Beaver Brown Band) and Derek St Holmes (Ted Nugent) to play live the well-know hits of the bands they had been part of in the past. A nice mixture of styles from classic AOR/melodic rock over power pop to some harder driven rock, that nevertheless couldn’t really match the more homogene set of last year’s ride of World Stage through the melodic rock landscape. Though, that changed somewhere halfway the set, when John Cafferty’s “On The Dark Side” introduced the entrance of the twilight, making the light show more effective, and started the jukebox with songs like “Show Me The Way” and the beautiful, crowd-pleasing “I’ve Got A Lot To Learn About Love” from The Storm, The Romantics’ swinger “What I Like About You”, Survivor’s inevitable “Eye Of The Tiger” and ending with Ted Nugent’s “Cat Scratch Fever”.
Set list:
  • Mega Force (Kevin Chalfant)
  • Seperate Ways (KC)
  • Tough All Over (John Cafferty)
  • C.I.T.Y. (JC)
  • Talking In Your Sleep (Wally Palmar)
  • She’s Got Everything (WP)
  • The Search Is Over (Jimi Jamison)
  • I Can’t Hold Back (JJ)
  • Hey Baby (Derek St Holmes)
  • Strangehold (DSH)
  • On The Dark Side (JC)
  • Show Me The Way (KC)
  • I’ve Got A Lot To Learn About Love (KC)
  • What I Like About You (WP)
  • High On You (JJ)
  • Eye Of The Tiger (JJ)
  • Cat Scratch Fever (DSH)


More pictures here



Chic Feat. Nile Rodgers • 5 september 2013 • OLT Rivierenhof Deurne

9/9/2013

 

- By Alfons Maes & Photo's © -

Picture
Picture
Picture
Picture
Picture
Picture
Picture
Picture
Picture
Picture
De organisatie had geen betere dag kunnen treffen dan deze vijfde september 2013 die overdag temperaturen optekende van om en nabij de 32°. Voeg daar nog een concert bij met een supernaam die al even heet is en wat krijg je dan? Dat het personeel de vraag naar alcoholische en soft drinks blijkbaar niet kon bijhouden.
Een hoofdprogramma met twee supports en dit op zo’n warme dag. Eerst leek het erop dat er maar weinig belangstelling voor dit concert van deze legendarische disco, soul- en funk band zou zijn, want zo leek het toch bij de twee supports N8N en Marques Toliver. De vraag is, heeft een band als Chic feat. Nile Rodgers echt wel een support (zeg maar opwarmer!) nodig. Neen, absoluut niet want Nile Rodgers alleen al heeft een backcatalogus die immense proporties aanneemt.
N8N (lees nachten), een nieuwe project van niemand minder dan Nathan Ambach (Blunk - zoon van Paul, Boogie Boy), mocht voor het nog niet zo talrijk opgekomen publiek deze avond op gang trekken. Met wat funky geluiden, en soms liet hun muziek me terugdenken aan George Clinton en Parliament, werden we verrast op een toch wel geslaagde set maar er zou wat meer moeten gewerkt worden aan de ‘vonk’ die er vandaag echt niet uitkwam.
Marques Toliver kon mij totaal niet bekoren, zijn act was een beetje over de top en hier en daar creëerden ze zelfs een gezwel dat ze zelfs niet hebben zien aankomen.

Iets na de aangekondigde tijd was het podium reeds ingenomen door de muzikanten van Chic. Nile zelf wat reeds kiekjes aan ’t nemen van het publiek, deelde graag wat handtekeningen uit op vinylplaten en nu barstte OLT uit zijn voegen: we zagen geen enkel vrij plaatsje meer.

Over Nile Rodgers is iedereen het eens: hij heeft ooit meer dan voldoende bewezen dat hij niet zomaar de eerste de beste is. Hij werkte in het verleden reeds samen met de grote namen op deze aardkloot: Madonna, Diana Ross, Rod Stewart, Sister Sledge, Jeff Beck en zelfs met Mick Jagger van de Stones. Dat zegt genoeg over een man die ook nog met Chic vanavond het OLT in vuur en vlam zette… en het was al zo warm daar...
Het publiek hoefde niet lang te wachten, de jukebox werd meteen in gang gezet. Met ‘Everybody Dance’, ‘Dance, Dance, Dance’ en het nog steeds schitterende ‘I Want Your Love’ begonnen de voorste rijen zich al wat meer plaats te verschaffen want velen waren ook gekomen om te dansje te wagen. Uiteraard mochten de grote hits van Diana Ross (ex-Supremes) niet ontbreken, op voortreffelijke manier werd de medley ‘I’m Comin’ Out’/’Upside Down’ op het verhitte publiek losgelaten. De twee zangeressen van vandaag bleken niet alleen iets leuk voor het oog te zijn maar vocaal wisten deze twee dames ons de originele Sister Sledge te doen vergeten; met ‘The Greatest Dancer’/’We Are Family’-medley konden ze rekenen op een spontaan applaus van het publiek.
Verder nog enkele leuke hits van weleer en Madonna’s ‘Like A Virgin’ werd hier en daar uit volle borst mee gebruld. Nog andere memorabele momenten waren o.m. Sister Sledge’s ‘Lost In Music’, Chic’s ‘My Forbidden Lover’ en natuurlijk ontbrak ‘Le Freak’ niet in deze fantastische set.

Chic feat. Nile Rodgers is en blijft een fenomeen, zelfs indien je misschien niet zo van disco en funky geluiden houdt, waarvoor deze band zo geliefd is, toch zou iedere, zichzelf respecterende, muziekliefhebber ooit, in zijn nu al korte bestaan, één concert van Chic en Nile Rodgers moeten bijwonen. Hij moet durven bekennen dat ook dit soort muziek een groot deel van onze muzikale erfenis uitmaakt.
En dat op een van de warmste dagen in september ooit gemeten.

Heavy Metal on Lokerse Feesten • 4 augustus 2013 • Lokeren

9/8/2013

 

- By Luc Ghyselen & Elsie Roymans Photo's © -

Picture
Anvill
Picture
Fear Factory
Picture
Monster Magnet
Picture
PHILM
Picture
Sabaton
Picture
Trivium
Picture
Ugly Kid Joe
Picture
Fear Factory
Picture
Sabaton
Picture
Trivium
Picture
Ugly Kid Joe
Picture
Monster Magnet
Metaldag op de Lokerse Feesten betekende dit jaar zeven bands. Spijtig genoeg moest Motörhead afhaken, maar de vrije plaats werd ingenomen door Danzig feat. Doyle. Om half vijf mocht PHILM het startschot geven. Dit trio, met als bekendste naam natuurlijk drummer Dave Lombardo (ex-Slayer) in de gelederen, kreeg dus de moeilijke opdracht om het metalpubliek in extase te brengen tijdens deze zonovergoten namiddag. Dat lukte maar matig, ook al omdat er nog niet zo veel volk aanwezig was. Maar eigenlijk vooral omdat de band nog wat op zoek is naar een eigen gezicht. Ik hoorde tal van invloeden langskomen – van trash over doom tot zelfs psychedelica – in een vrij, voor mij althans, rommelige set. Drie uitstekende muzikanten die elk op hun manier een deeltje van de spotlight wilden veroveren, maar helaas slaagden ze er niet in om me warm te maken voor hun toch wel vreemde muzikale mix aan stijlen. Laat ik het houden bij: “goed als opener, maar verder niet echt interessant”.

Met Ugly Kid Joe stond een Amerikaans vijftal op de planken die begin jaren negentig een paar enorme successen boekte. Dit hardrock gezelschap bracht toen drie albums uit, hield het in 1997 voor bekeken om pas in 2011 terug te komen. Er was al wat meer volk komen opdagen en ook de ambiancemeter steeg omhoog. Een strakke set met nummers als 'Beautiful Day In The Neighborhood' en hun succesnummers 'Cats In The Cradle' (waar vocalist Whitfield Crane mooi in het Nederlands vroeg “Waar zijn die handjes ?”) en natuurlijk 'Everything About You'. Met het afsluitende 'Ace Of Spades' (Motörhead) ging het publiek dan ook echt voor de bijl.

Het Canadese trio Anvil is ook reeds heel lang bezig – ze kwamen in 1983 voor het eerst naar België – en nog steeds valt het enthousiasme en de bezieling van dit trio op het podium op. Vernieuwend is de muziek van vocalist Steve 'Lips' Kudlow, drummer Rob Reiner en hun nieuwe bassist Sal Italiano nog steeds niet, maar je krijgt wel een leuke set pure heavy metal voorgeschoteld met zowel meer recent werk als nummers uit hun beginperiode. Ik onthield o.a. knappe versies van 'Badass Rock And Roll' (een nummer dat wat aan de stevige bluesy metal van AC/DC doet denken), 'I'm On Fire' (waarin 'Lips' een vibrator gebruikt om zijn gitaar wat te martelen) en natuurlijk de “Anvil-klassiker” 'Metal On Metal'. Ook het praten doorheen de microfoon van zijn gitaar blijft een gimmick van 'Lips'.

Vorig jaar kregen we met Ministry een fel gesmaakte set industrial-metal, zodat ook dit jaar dit subgenre terug aan bod kwam. En met 'Fear Factory' haalde de organisatie opnieuw een topper in het genre in huis. De droge, repetitieve industrial klanken gemixt met lome bassen, donderende drums en heavy gitaarriffs en solo’s zijn niet echt 'my cup of tea'. Maar het moet gezegd worden: een grote menigte lustte dit wel, zodat Fear Factory de eerste band was die echt voor veel sfeer en ambiance zorgde op het festivalterrein. Vocalist Burton C. Bell wisselt cleane zang af met dreigende, naar grunts neigende vocalen, gitarist Dino Cazares mag geregeld stevig van jetje geven terwijl de betonnen basis van bass en drums het geheel overeind houden. Ze brachten een mix van ouder werk en nummers uit recentere albums. Ik geloof dat ik titels hoorde als 'Shark' en 'Replika' met, in dat laatste nummer, de fervent meegebrulde zanglijn : “I don't wanna live that way”.

Daarna was het de beurt aan Trivium, een Amerikaans trash-metal-viertal dat sinds 2000 gestaag aan hun weg naar de top aan het timmeren is. Meteen ook de eerste band die voor een podium opbouw zorgde met twee zwaarden (zoals je die terugvindt in de T van hun logo) die knap werden verlicht. Voor de rest wat “rotspartijen in de sneeuw” die, vooral onder de wit-blauwe podium belichting zorgen voor een mooi decor. De afwisseling tussen cleane zang en rauwe, ja zelfs ruwe, vocalen zorgen ervoor dat Trivium niet de zoveelste trash band in het rijtje is. Ook de goed opgebouwde solo’s die verdeeld worden onder beide gitaristen zorgen voor invloeden uit de power en speed metal wereld. Een paar nummers die me bij zijn gebleven: 'Brave This Storm’ toen het doek met het Trivium-logo naar beneden werd gehaald voor een schitterend achtergronddoek, 'Watch The World Burn' dat werd aangekondigd met een Nederlandstalig zinnetje, en het stevige en agressieve 'Dusk Dismantled'. Meteen een echt uitstekende set die ervoor zal zorgen dat de band tal van nieuwe fans zal krijgen!

Maar wat dan gezegd van Danzig feat. Doyle, het Amerikaanse doomgezelschap dat door voormalig Misfits-frontman Glenn Danzig werd opgericht? Net als op Hellfest, mochten er nu ook weer geen foto's genomen worden. Tijdens hun concert kregen we op de grote schermen enkel zwart/wit beelden te zien! Ze kregen een uur de tijd om nieuwe fans te winnen, maar er werd slechts vijfenveertig minuten van benut. Tijdens die set, hoorde je op heel wat momenten de vocalen niet, klonken de gitaren erg rommelig, iets wat ook niet beterde toen gitarist Doyle het viertal kwam versterken, hoorde je gefluit van micro's door de boxen, enzovoort. De heer Danzig verkondigde wel dat hij de gitaren niet kon horen in zijn monitors, maar is dit echt een reden om die monitors dan zomaar opzij te gaan werpen? Nee, voor mij hoefde dit echt niet langer te duren, en ook vele fans hadden hun rug reeds naar het podium gekeerd toen de band er dus heel vroeg de brui aan gaf. Nieuwe fans zal Danzig hier zeker niet gewonnen hebben, en met spijt in ons hart moeten we ook stellen dat we hier duidelijk liever Motörhead hadden zien staan!

Na de tonen van 'The Final Countdown' (Europe) mocht dan Sabaton zijn duivels ontbinden. En deze hier immens populaire power-metal-band deed dit met verve: pyrovuurwerk en vlammen zorgden voor de extra's terwijl we een van oudere nummers naar nieuwer werk werden gesleurd dankzij de band en de vol vuur acterende frontman Joakim Brodén. Elk nummer was een feest ter herkenning en werd dan ook luidkeels meegebruld, de vuisten torenden boven de hoofden uit en iedereen genoot met volle teugen van de tomeloze inzet van de band. De teksten behandelen steeds grote veldslagen, omvangrijke oorlogstaferelen uit zowel lang vervlogen tijden als recentere tijden, gruwelijke taferelen uit hun eigen Zweedse geschiedenis of uit die van andere landen. Voor wie er niet bij was volgt hier een deel van hun setlist: 'Carolus Rex', '40:1', 'Primo Victoria', 'Into The Fire', 'Poltava', 'Cliffs Of Gallipoli' en natuurlijk het nummer over “the fields of Paeschendaele”: 'The Price Of A Mile'. Het pyrovuurwerk, dat tijdens het laatste nummer ook van boven af werd aangestoken, de leuke bindteksten, de zevenjarige fan die op het podium mocht komen,… daarvoor moet je je eigen verbeelding maar laten werken. Sabaton liet een verpletterende indruk na, of zoals de Romein Julius Caesar ooit zou gezegd hebben : “Ik Kwam, Ik Zag, Ik Overwon”, zo mag dit concert van Sabaton in de annalen van de Lokerse Feesten opgenomen worden!

Suikerrock 2013 • 28 juli 2013 • Grote Markt Tienen

30/7/2013

 

- By Alfons Maes @ JP Daniels Photo's © -

Picture
Gabrielle Aplin
Picture
Gabrielle Aplin
Picture
Gabrielle Aplin
Picture
Natalia
Picture
Natalia
Picture
Katie Melua
Picture
Katie Melua
Picture
Katie Melua
Picture
Katie Melua
Picture
Joe Cocker
Picture
Joe Cocker
Picture
Joe Cocker
Picture
Joe Cocker
Suikerrock 2013 eindigt in ‘schoonheid’.

Of er nu ooit een ander festival is geweest dat naar mijn weten nog en méér schoner volk op zijn sluitingsdag had dan deze editie van Suikerrock, dan is het wel dit festival die deze pauwenveer heeft verdiend. Organisator Walter Kerstens moet in zijn backcatalogus gebladerd hebben en gedacht hebben dat het oog ook wat wil (en niet alleen dat van de fotografen, we hadden al ‘mooie’ dingen in de vorm van Iggy Pop e.a. gezien). Daarom pakte hij voor de sluitingsdag uit met enkele mooie dames en laat die nu ook nog toevallig leuke muziek maken, wat kan er dan nog mislopen? Het onaangekondigde slechte weer? Neen, daar had Sting al een deel van mogen proeven de dag daarvoor.

Vorig jaar ontpopte zich aan het Britse pop- en rockfirmament een nieuw sterretje die met haar versie van de oerhit van Frankie Goes To Hollywood ‘The Power Of Love’ onmiddellijk geschiedenis schreef. Ondanks haar prille leeftijd, en haar mooie looks, liet Gabrielle zich niet uit haar lood slaan omwille van een technische panne tijdens haar gig op de Grote Markt. Dit was haar eerste live optreden op een festival en ze heeft de test met glans doorstaan. Mooie looks maar luister vooral ook naar haar stem…

Natalia was ook van de partij, en zoals steeds pakte ze weer uit met een show van “deze ga je niet snel vergeten…’, maar onze aandacht ging vooral uit naar de eveneens uit Groot-Brittannië afkomstige Katie Melua, de derde mooie meid in Tienen. Met haar meer jazzy getint repertoire pakte Katie het publiek in met nummers als ‘Diamonds Are Forever’ en ‘If You Were A Sailboat’. Het toetje, haar knappe hit van enige jaren terug, ‘Nine Million Bicycles’ hield ze voor de staart van haar optreden. En gelijk had ze, het publiek was méér dan tevreden.

En dan was het de beurt aan de ‘mooiste’ van allemaal, maar dan wel in de vocale zin van het woord, Joe Cocker (69). Wie hem enkele maanden terug in de Lotto Arena nog aan het werk zag, weet dat de man nog steeds niet uitgeblust is.  Het intense vuur dat Cocker steeds bij iedere song verspreid, en dat hier en daar gepaard ging met zijn overbekende spastische trekjes, is al jaren een deel van zijn leven gaan uitmaken. Gelukkig moesten we het niet alleen met zijn lichaamstaal doen maar vocaal klinkt de ouwe knast nog steeds indrukwekkend en ‘You Are So Beautiful’, ‘You Can Leave Your Hat On’, ‘Cry Me A River’ en vele andere van zijn grote hits bedropen ons weer met de nodige nostalgie. Uiteraard ontbrak zijn Woodstock schreeuwende versie, het van Lennon/McCartney geleende ‘With A Little Help From My Friend’, niet op het appél. Alsof deze song een exacte blauwdruk was van zijn act de présence op Woodstock zo’n 44 jaar geleden. Wat een performance! Een betere muzikale hekkensluiter om een zwoel openluchtfestival af te sluiten moet nog geboren worden…

Suikerrock mag gerust weer een succesrijke editie aan zijn palmares toevoegen. Voortreffelijk festival in al zijn vormen.

Suikerrock • 26 juli 2013 • Grote Markt Tienen

30/7/2013

 

- By Cis Van Looy & Alfons Maes Photo's © -

Picture
Marco Z
Picture
Marco Z
Picture
The Van Jets
Picture
The Scabs
Picture
The Scabs
Picture
Golden Earring
Picture
Golden Earring
Picture
Marco Z
Picture
The Van Jets
Picture
The Van Jets
Picture
The Scabs
Picture
The Scabs
Picture
Golden Earring
Picture
Golden Earring
Picture
Golden Earring
Picture
Golden Earring
Picture
Marco Z
De tweede dag op het grootste stadsfestival is traditioneel voorbehouden voor meer rockend werk en met hoofdvogels als The Scabs en Golden Earring werden liefhebbers van stevige gitaarrrock met meer dan een nostalgisch randje op hun wenken bedient.

Het jongere volkje bleek vooral onder de indruk van The Van Jets. Sinds de zege in 2004 op Humo’s Rock Rallye veroverden ze vanuit Oostende en Gent een vaste stek op de Belgische rockscène met een mengsel van rammelende garagerock en glamrock aangevuld met synthesizerpop
Hun nieuwe, derde werkstuk ‘Halo’ bracht The Van Jets opnieuw op de grote podia. Voor de gelegenheid had zanger Johannes Verschaeve zich in rode oorlogskleuren beschilderd en in ontbloot bovenlijf flirtte hij onbeschaamd met de fans om even later in het publiek te duiken waar een schare meisjes en jonge vrouwen hun idool zowat doodknuffelden.
De schuld licht ongetwijfeld helemaal bij mij maar een echte fan van de The Van Jets zal ik wellicht nooit worden.

Marco Z moet zowat de tegenpool zijn van Verschaeve, een wat onwennige verlegen glimlach kan er nog net af als hij op de zonovergoten maar helaas nog nagenoeg lege marktplaats enige respons krijgt van kirrende bakvisjes. Na jaren ploeteren in regionale bandjes overtuigde de songwriter uit Hasselt vorig jaar met zijn debuut ‘The Ordinary Life Of Marco Z’. Typisch zo’n titel, maar songs schrijven kan die Marco Zanetton wel. Bovendien krijgen melodieuze songs een stevige backbeat op het podium en harmonische achtergrondzang ondersteunen de wat nonchalante voordracht van Marco. Na het klagerige ‘Nothing There In My Heart’ volgt een fraaie soulgetinte passage en het van de Duitse electroduo Digitalism geleende ‘Pogo’. Galmende gitaren leiden ‘This Ain’t The Town’ in. Uiteraard ontbreekt het ondertussen bekende muzikale kinderrijmpje ‘I’m A Bird’ niet. Aan het einde van de set worden flarden ‘Revolution’ in de pianointro van het lieflijke popliedje ‘Endlessly Be Together’ verwerkt. ‘Marketing Song’ is een gedroomde afsluiter van een verrassend sterke set.

The Scabs belichaamden ooit het boegbeeld van de punkrockbeweging in Vlaanderen, voor zover die in Vlaanderen bestond. We spreken nu over de beginjaren tachtig. Met de komst van Willy Willy en Fons Sijmons evolueert Guy Swinnen gesteund door hondstrouwe drummer Frankie Saenen in 1990 tot een rockende hitmachine. ‘Royalty In Exile’ vindt ook in bredere kringen appreciatie. In 2007 is er een eerste reünie waar ondertussen wel een uitgebreid en bijzonder lucratieve vette staart wordt aangenaaid, zonder Fons Sijmons. De afgelopen jaren was de bassist er al niet meer bij en vorige week overleed Sijmons, die mede zijn niet bepaald ascetische, rijkelijk met drugs en alcohol bespoelde, levenswandel, al een tijdje met de gezondheid sukkelde aan longkanker. Over de doden niets dan goed en Swinnen draagt het concert op Suikerrock aan zijn betreurde vriend op en later heeft Barry Hay het over een fijne mens. De set is uiteraard opgebouwd rond ‘Royalty’ en schiet uit de sloffen met de loodzware riffs van ‘Crime Wave’. Swinnen, geflankeerd door twee zangeressen, gaat na het lichtjes pathetisch klinkend ‘Don’t You Know’ een duet aan met een van ‘the funky little ladies’. Tijdens ‘Time’ verschijnt een zwart-wit foto van Sijmons op de grote schermen. Het volgende nummer ‘Hard Times’ is een toepasselijke opvolger. Keith… euh Willy Willy debiteert een fraaie solo. Niet alleen het in T-shirts gehulde legioen Scabsadepten laat zijn waardering blijken. Nog eentje, ‘one for the road’ ‘Robbin’ The Liquor Store’ loopt uit in een naar The Clash refererende rap. “Dit is voor Fons” orakelt Swinnen, tijdens ‘Nothing On My Radio’ valt het geluid zelfs even uit, een teken aan de wand, of is het de geest van Sijmons die vindt dat het stilaan welletjes geweest is. Hoewel, ‘Matchbox Car’ uit de vroege periode klinkt nog steeds even fantastisch.

Golden Earring, na ruim vijftig jaar nog steeds ‘on the road’ De laatste tijd worden deze survivors uit Nederland wel eens vaker op een podium in ons landje gesignaleerd. Vorig jaar werd zelfs nog een nieuwe langspeler uitgebracht maar het publiek van Suikerrock komt net als drie jaar geleden voor de klassiekers van de Haagse band. Dat beseffen Barry Hay en George Kooymans maar al te goed. Na enkele nummers uit ‘Tits ’n Ass’ komt George op het vocale voorplan in ‘Another 45 Miles’, één van hun fraaiste nummers, met die stuiterende bas van Rinus Gerritsen en de melancholische zang. Als je dan verder gaat met een hallucinant ‘Twilight Zone’ kan het niet meer stuk. ‘The Long Blond Animal’ die er met de sleutel van Hay’s Cadillac vanonder is, doet ongetwijfeld meer dan glimlachen. Het emotioneel geladen ‘Going To The Run’ wordt opgedragen aan Sijmons. Met een katachtige sprong over zijn drumstel duiken, daar begint Cesar Zuiderwijk niet meer aan, maar de geïnspireerde roffels huizen nog in de soepele armen van de grijsaard. Tijdens de marathonversie van ‘Radar Love’, ingeleid met een al even uitputtende basmonoloog van Rinus roffelt hij als toemaatje uitgebreid op de reusachtige achter hem opgehangen bekkens.
Als toegift volgen nog een in psychedelia gedrenkt ‘She Flies On Strange Wings’ met sax van Bertus

Steve Winwood • 9 juli 2013 • Openluchttheater Rivierenhof Deurne

11/7/2013

 

- By Julian De Backer & Alfons Maes Photo's © -

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
More pictures here
Steve Winwood voorstellen, zou overbodig moeten zijn voor reguliere Keys & Chords-lezers. Omdat we een voorbeeldfunctie hebben, zijn we ons publiek een minimum aan duiding verschuldigd: als lid van The Spencer Davis Group, Traffic, Go en Blind Faith timmerde hij mee aan de rockgeschiedenis, zijn sessiespel werd besteld door talloze artiesten (inclusief onze Soulsister) en voor zijn solocarrière hoeft hij zich hoegenaamd niet te schamen. Winwood is het type artiest dat reeds drie levens heeft geleid, evenwel zonder de buitensporige excessen, verslavingen of buitenechtelijke kinderen die je daarbij verwacht. Een gewone man met een buitengewoon talent, quoi.

Vanavond in het Rivierenhof van Deurne maakt hij het zich niet makkelijk. In plaats van een gemakkelijk rondje poenpakken via een grabbelton vol hits, wijkt hij fel af van de platgetreden paden. Hij zal uiteindelijk slechts 11 nummers spelen op anderhalf uur. ‘I’m A Man’, dat hij voor The Spencer Davis Group schreef op 19-jarige leeftijd, krijgt een instrumentale intro van vier minuten. De indrukwekkende song beklijft door een uitgesponnen jam met meerdere jazzinvloeden. Na 9 minuten valt de band stil. Het lijkt erbij te horen, het is een perfect rustpunt. Wat blijkt? De gitaar moet plots gestemd worden. Toewijding van de bovenste plank. Bovendien had enkel de grootste purist er iets van gemerkt, want het klonk niet vals.

‘Fly’ en ‘Can’t Find My Way Home’ worden als conventionele nummers gespeeld en pas daarna wordt het publiek de eerste keer toegesproken. “Thank you very much! It’s great to be here. We’ve got some vintage music for you. Well, you had one vintage song already. We’re gonna stay with the Blind Faith era”. “Whooo!!” roept een fanatiekeling uit het publiek. ‘The Low Spark of High Heeled Boys’ is dan weer van Traffic. Vijftien minuten weet hij het lied te rekken, al klinkt ‘rekken’ negatiever dan bedoeld. Maar zijn strafste stoot van de avond moet nog komen: naadloos gaat de song over in ‘Light Up or Leave Me Alone’ dat vijfentwintig minuten zal duren, inclusief een ‘Jungleland’-achtige saxsolo (maar dan funkier) en een drumsolo die de andere bandleden gebruiken om even iets te gaan drinken. Een kritische concertbezoeker merkt op dat “hij nog maar één hit heeft gespeeld!”.

Te vroege kritiek, zo blijkt: ‘Higher Love’ en ‘Keep On Running’ zijn twee meesterwerken die, inderdaad, ook dikke hits waren. Applaus, een buiging, leeg podium. Animo alom: “Die komen nog terug!”; “Da’s zeker da!”; “Valerie moet nog komen!”. ‘Dear Mr. Fantasy’ (ook van Traffic) is uitstekend, maar het spreekwoordelijke dak gaat er pas af wanneer ‘Gimme Some Lovin’’ wordt ingezet. De train of thought uwer reporter dendert bijna van zijn spoor: “Is dat ook al van Steve Winwood?” Inderdaad: als 18-jarige schreef hij schijnbaar achteloos deze klassieker die later nog overal zou opduiken, ondermeer in “The Blues Brothers” en op een setlist van Hanson.

“Thank you very much! Thank you!”. Een bindtekst en zes woorden van afscheid. Winwood is duidelijk iemand die spreekt met zijn muziek. Amper 65 en toch een verpletterend aandeel in het muzikale geweten van naoorlogs Engeland. Straf, heel straf. En Valerie? Die werd niet gemist.

Bonnie Raitt • 29 juni 2013 • Laeiszhalle Hamburg Germany

2/7/2013

 

- By Markus Hagner & Photo's © -

Picture
Picture
Picture
Picture
Picture
Bonnie Raitt returned finally after 7 years in 2013 to Germany for a 3 date mini tour. Her tour start was in Hamburg in the luxurious Laeiszhalle in Hamburg. The shows were still on promotion for her record “Slipstream” from 2012 for which she had gathered her 10th Grammy award. Normally such a highlight-event should be sold-out, but unfortunately not. At the Stadtpark were playing the Woodstock veterans of Crosby, Stills & Nash at nearly the same time. But anyhow all attending fans were in high hopes for the upcoming.
Foy Vance from Dublin, Northern Ideal was the opener. Rarely there was to witness a singer-songwriter and even as one man show to inspire a crowd to sing along in such a brilliant, loud and strong way as background-choir. The charismatic Foy managed it by bravery. In August his new album “Joy Of Fortune” will be released, definitely a cd worth to listen to.

Bonnie Raitt kicked-off with ‘Used to Rule The World‘. Ideally from her actual masterwork. The fire by ardor was burning immediately in the auditorium. George Marinelli was ever so brilliant as lead guitarist by his solos. He is the congenial partner for Miss Raitt since years. And Bonnie as female slide guitar Queen let her green bottleneck slide wildly along her fingerboard of her Fender Stratocaster. Ricky Fataar was ending the song by heavy drum beats. The fans were immediately hot. Bonnie loved to talk and joke to them intensively. She was expressing her adoration to Gerry Rafferty, who died in 2011 by his song ‘Right Down The Line’. First top-song was ‘Something To Talk About“ to create a wonderful Gospel atmosphere by the harmony vocals of her musicians and in contrary her stunning rough voice. By “Million Miles“ as Bob Dylan Cover she was playing the first time an acoustic guitar. What an amazing blues arrangement, intensified by keyboarder Mike Finnigan and George at a glance by their jazzy solos. The bourbon trenched vocals by Bonnie were so spunky. Normally it should be really summertime by end of June, but it was very chilly in Hamburg. At least there was to rise this special feeling by ‘Come To Me’ by these wonderful calypso rhythms. The redheaded Bonnie was dancing in very sexy style over the stage conducted by the bass tunes of Hutch Huthinson. ‘Nick Of The Time“ would have been ideal to dance intensively, but the fine seatings somehow prevented to do so by her admirers. She was switching to the keyboards by this hit, showing what a multi-instrumentalist she is. Lady Raitt is famous for her country ballads and by ‘Angel From Montgomery’ and ‘Not Cause I Wanted To’ she was presenting two miraculous and spiritual ones. These were definitely the highlights of the show, giving religious strength to the listeners for eventual problems. Jon Cleary, who was for ten years her very virtuous keyboarder and on top songwriter for her got his tribute by ‘Feels So Damn Good’. There was still somehow the musical passion for him by her introduction. The funky second-line parade-rhythms turned the Laeiszhalle into a wild saloon. Standing ovations for this set-end which made her and her wonderful band to enter the stage again for the encores. As stomping final she presented the country-rocker ‘Real Man’. Very hot and steamy, yee-haw! By the fantastic, rousing Hamburg audience Bonnie Raitt could have been playing all night long. But there had to be an end once and she was terminating at the best spirit by it.

Our thanks go to Frehn Hawel of Karsten Jahnke Konzerte as local concert-organizer and Wanda Zelenciuc of Triple M Entertainment as tour-presenter for the accreditation.

Radio 1 Sessies: The Rolling Stones • 24 juni 2013 • Openluchttheater Rivierenhof Deurne

25/6/2013

 

- By Julian De Backer & JP Daniels Photo's © -

The Beatles versus The Stones? Who cares! Radio 1, blijkbaar, want na een enthousiast onthaalde ‘Beatles Sessie’ vorig jaar, krijgen we nu een ‘Stones Sessie’. “Volgend jaar The Kinks!”, aldus Paul Michiels, die net als Arno ook vorig jaar aantrad.
Het is nat, zeer nat. Een Jumanji-waardige moesson verandert het amfitheater van het Rivierenhof te Deurne in een slijkpoel. Erger: door de open bouw van de locatie, is er geen ontkomen aan. Dikke druppels dartelen neder. Verzekeringsgroep Ethias voorziet regenjasjes en wint zo alras enkele honderden zieltjes.

De heerlijke Stef Kamil Carlens, getooid in M.C. Hammer-broek inclusief bijhorende danspasjes, mag openen met ‘Bitch’ (uit “Sticky Fingers”) en ‘All The Way Down’. “Luid” en “loeihard rockend” zijn niet meteen woorden die te binnen schieten bij zijn “Zita Swoon Group”, maar vanavond omschrijven ze Carlens het best. Het voor uw reporter volledig onbekende Few Bits spelen kundig ‘Play With Fire’ en ‘As Tears Go By’. De witste zwarte van België, Paul Michiels, mag aan de piano het prachtige ‘Ruby Tuesday’ brengen - enkel begeleid door twee zangeressen. Een sublieme versie die zeker op goedkeuring van El Jagger kan rekenen. Mét de Radio 1 Stones-band (een keur van kwaliteitsmuzikanten) gooit hij er ‘Waiting on a Friend’ achteraan.

Jan Hautekiet mag het geheel aan elkaar praten en doet dat in zijn gekende stijl: flegmatisch en welbespraakt, met steekjes boven en onder water. Reena Riot, de professionele alias van Naomi Sijmons, blaast iedereen weg met haar orkaanstem. De jongedame stamt overduidelijk af van een muzikantengeslacht en mag ‘You Gotta Move’ (geen origineel nummer van The Stones; ook prima gecoverd door onder andere Aerosmith) en ‘Try A Little Harder’. Wow! Maak zelf uw zin met “grote” en “toekomst”.

De immer sympathieke en gulle Stijn Meuris smijt het vege lijf in de strijd voor een aangebrand ‘Under My Thumb’ (een van de meest vrouwonvriendelijke nummers uit de muziekgeschiedenis en – feministen ten spijt – ook een van de beste nummers tout court) en ‘Miss You’, dat hij de Stonesversie van T.C. Matics ‘Putain Putain’ noemt.

Guy Swinnen (live even goed als op plaat, onvoorstelbaar goede stem) en Willy Willy interpreteren ‘Dead Flowers’ en ‘Wild Horses’ (“Dead flowers and wild horses” zou een goede dichtregel kunnen zijn). Willy Willy wordt steevast “de Vlaamse Keith Richards” genoemd. Geen idee of de brave man daar altijd even gelukkig mee is, maar vanavond omarmt hij schaamteloos zijn (al dan niet) voorbeeld: sigaret in de mondhoek, poses, armbewegingen en subtiel knikje in de knieën.
Dat An Pierlé zelf nummers schrijft en piano speelt, was geweten. De frêle zangeres beschikt echter ook over een stem als een klok en zingt – het vergt lef – met branie en pathos het extreem briljante ‘Gimme Shelter’ (op de eerste persingen van ‘Let It Bleed’ foutief als ‘Gimmie Shelter’ geschreven), alsook het niet minder geweldige ‘Not Fade Away’ (met P.P. Michiels op mondharmonica).

Ongeleid projectiel Arno Hintjens speelt ‘(I Can’t Get No) Satisfaction’, uiteraard in een eigenwijze Arnoversie (zie ook: ‘Little Sister’ van Ry Cooder). “Amai, hotverdomme, et rehent noh. Da’s den eerste keer da’k speel voor zoveel ‘capotejes’, iedereen in plastic, hotverdomme!”. Voor ‘Mother’s Little Helper’ moet hij de tekst aflezen, want “ik ben geboren met Alzheimer”.
Oostende brengt nog meer talent mee in de vorm van The Van Jets, of toch hun zanger Johannes Verschaeve. In keurig streepjespak zingt hij ‘Sister Morphine’ (mooi, maar een beetje traag) en een verschroeiend ‘Jumpin’ Jack Flash’ dat het theater doet kolken. De Azteekse regengod Tlaloc heeft ondertussen voldoende offers beantwoord, want buiten enkele druppels blijft het droog.

Voor ‘Too Tough’ (een niet zo bekende single uit het “Undercover”-album) en ‘Midnight Rambler’ keert Stef Kamil Carlens terug en schudt hij de dartele danspasjes met gemak uit zijn zak. Funky! Ook Reena Riot krijgt (terecht) een encore en wordt door Jan Hautekiet aangekondigd als ‘De Bette Midler van dienst’ voor, u raadt het, ‘Beast of Burden’. Grandioos, maar stiekem is Midlers versie nog net dat tikje beter. Geen afbreuk aan Reena Riot, echter. Maak opnieuw zelf uw zin met “grote” en “toekomst”.

Helmut Lotigiers mag het rijtje afsluiten. Ooit stelde hij: “Het verschil tussen mij en Mick Jagger? Als Mick Jagger een buitenechtelijk kind verwekt, zeggen de mensen: “Wow, graaf, rock-’n-roll!”. Als ik dat zou doen, zou men schande over mij spreken.” De ideale schoonzoon mag ‘Undercover of the Night’ en ‘Paint It, Black’ (de komma staat daar terecht) te berde brengen. Hoewel het algemene publiek hem met Elvis zal blijven associëren, kwijt de nieuwbakken kleinkunstzanger zich uitstekend van zijn taak.

Afsluiten doet het bonte gezelschap toepasselijk met het beste Rolling Stones-nummer, ‘Sympathy for the Devil’. Meuris op tamboerijn, Pierlé, Riot en Lotigiers als backing vocals én Guy Swinnen als lead. Perfect. “Tell me sweetie, what’s my name?” wordt voor de gelegenheid verbasterd tot “Tell me Swinnen, what’s my name?” Vreemd genoeg laat Arno deze apotheose links liggen. Stuurs karakter, of heeft hij nog andere verplichtingen?
Het is ondertussen 23u. en dus moet het Rivierenhof wel sluiten, om geen boete voor geluidsoverlast te riskeren. Hautekiet treitert het publiek nog een beetje en gunt alsnog twee bissen: ‘Brown Sugar’ (Paul Michiels) en ‘(I Can’t Get No) Satisfaction’ (de conventionele versie, door Guy Swinnen & Willy Willy). Bijzonder aardig, maar het eigenlijke hoogtepunt was ‘Sympathy for the Devil’.

Verdict voor de ‘Stones Sessie’ van Radio 1? Zeer, zeer geslaagde avond. Regenachtig, jawel, maar niets dan lof voor het heldere geluid, de strakke overgangen (een man was de hele avond gitaren aan het stemmen!) en de getalenteerde artiesten. Volgend jaar The Kinks?

Leonard Cohen • 23 juni 2013 • Sportpaleis Antwerpen

24/6/2013

 

- By Gust Van De Wouwer & Alfons Maes Photo's © -

Zijn er in Vlaanderen mensen die nog nooit van Leonard Cohen hebben gehoord? Beter nog, zijn er mensen die hem nog nooit live aan’t werk hebben gezien? Het antwoord op beide vragen is hetzelfde: bitter weinig. Ik moet bekennen dat ik tot zondag één van de weinigen was die goeie ouwe Len nog nooit zijn podiumkunsten had zien opvoeren. Een verklaring heb ik daar eigenlijk niet voor. Laat me gewoon zeggen dat ik het niet zo heb voor hypes. Inderdaad, Leonard Cohen was de laatste jaren een onvervalste hype in Vlaanderen. Sinds hij vijf jaar geleden geprogrammeerd werd op het Cactusfestival in Brugge, na een stilte van pakweg 15 jaar, is de man in een Vlaamse volksgekte terechtgekomen zoals we die niet meer hebben meegemaakt sinds de dood van koning Boudewijn zaliger. Alle concerten die hij sindsdien op Vlaamse bodem heeft gegeven, en dat zijn er heel wat, waren in een mum van tijd uitverkocht. Goed voor hem trouwens, wetende dat hij op zijn oude dag van al zijn spaarcenten afhandig was gemaakt door zijn ‘manager’. Door dit onfortuinlijke voorval zag hij zich, inmiddels de 70 ver voorbij, verplicht om, in navolging van die andere Joodse bard, Bob Dylan, zijn eigenste versie van ‘the never ending tour’ op te zetten. Een beslissing die hem geen windeieren heeft gelegd. Inmiddels ziet zijn banksaldo er gezonder uit dan ooit en gelukkig voor ons lijkt Leonard nog niet meteen de neiging te hebben om zijn carrière op een lager pitje te zetten.

Zondag had hij zijn tenten opgeslagen in het Antwerpse Sportpaleis. Een niet helemaal gevuld Sportpaleis overigens maar daar zal Cohen niet langer van wakker liggen wed ik.
Stipt om 20u kwam de ouwe bard al lopend het podium op. Hij liet zich ditmaal begeleiden door een uitmuntende zeskoppige band versterkt met een trio van achtergrondzangeressen, waaronder zijn meest naaste medewerkster Sharon Robinson. Opvallend was dat ook Leonard Cohen niet ongevoelig is voor image-building. Niet alleen zijn alle muzikanten in prachtige zwarte pakken met bijbehorende hoed gehesen, zelfs de roadies (doorgaans van stevige bierbuiken voorziene oerang-oetangs) zijn gekleed alsof ze straks nog een galabal moeten bijwonen. “I promise you, tonight we’re gonna give you everything we’ve got” verzekert Cohen ons en zet al meteen een prachtig ‘Dance Me To The End Of Love’ in. Het eerste echte hoogtepunt is het van een bluesy gitaarintro voorziene ‘Bird On A Wire’. Opvallend is dat Cohen, telkens een van zijn bandleden een solo voor zijn rekening mag nemen, zijn hoed afneemt en zich met gebogen hoofd richting solist keert. Mooi om zien. Raar, maar ‘Everybody Knows’ deed me, voorzien van een disco-bas, zowaar even aan Rod Stewart’s ‘Do You Think I’m Sexy’ denken. Leonard was duidelijk in zijn nopjes. Meer dan eens ging hij, James Brown-style, door zijn knieën (iets waar hij best niet al te veel in overdrijft op zijn 78ste). Een ander onvergetelijk moment is als hij in ‘The Darkness’ de onsterfelijke zin ‘I’ve got no future, I know my days are few’ declameert. Zijn muzikanten, soms lijken ze wel weggelopen uit ‘Reservoir Dogs’, blijven al de tijd onverstoord aan hun stoel gekluisterd. Enkel als hun een solo gegund is mogen ze even de benen strekken. Een internationaal gezelschap trouwens, die groep van Leonard Cohen. Zo blijkt als hij zijn muzikanten voorstelt: een Mexicaan, een Spanjaard, een Texaan en zowaar een Moldaviër (vooralsnog geen Belg). De eerste set wordt afgesloten met ‘Anthem’. ‘There’s a crack in everything, that’s how the light gets in’ zingt hij meermaals. Het rijmt maar of het ook iets betekent zou ik niet kunnen zeggen.

Voor de tweede set plaatst Cohen zich achter een keyboard om een groots ‘Tower Of Song’ in te zetten. Met zijn infantiele pianoriedeltjes weet hij een spontaan applaus uit te lokken bij het publiek. ‘Are you humouring me’ voegt hij er vol ongeloof aan toe. Niets dan hoogtepunten trouwens in die tweede set. ‘Suzanne’ (met Leonard op gitaar en voorzien van een machtige ‘Moldavische’ vioolsolo), ‘Sisters Of Mercy’, het aanstekelijke, country-achtige ‘Heart With No Companion’ of ‘Waiting For The Miracle’ met de vreemde tekst ‘I haven’t been this happy since the end of World War II’. Op ‘Alexandra Leaving’ mag Sharon Robinson haar vokale kunstjes tonen aan het dankbare publiek en ‘I’m Your Man’ doet ons zowaar even de wenkbrauwen fronsen als hij de woorden ‘If you want another kind of love, I’ll wear a mask for you’ declameert. Uiteraard kregen we ook nog een onvermijdelijk ‘Hallelujah’ waarin een prachtige orgelsolo verborgen zat (voor Cohen weer de gelegenheid om met hoed in de hand het hoofd te buigen richting organist Neil Larsen). ‘So Long Marianne’ werd door het ganse Sportpaleis uit volle borst meegezongen en het van forse drums voorziene ‘First We Take Manhattan’ was zonder meer het meest rockende nummer van de ganse avond. ‘Famous Blue Raincoat’, ooit de titel van een prachtige Jennifer Warnes-lp vol met covers van Leonard Cohen-songs, zette de laatste reeks bisnummers in. De grootste verrassing van de avond was misschien wel het door The Webb Sisters gebrachte ‘If It Be Your Will’. Een nummer waarin de Engelse zusjes zichzelf begeleidden op harp en zowaar voor het absolute hoogtepunt van de avond zorgden. “I hope you are satisfied” vroeg Cohen achteraf nog aan een publiek dat inmiddels massaal zijn stoel had verlaten om de zusjes een staande ovatie te bezorgen. Een prachtig slot van een prachtige avond (het ontgoochelende ‘Closing Time’ vergeten we even).

Leonard Cohen mag dan een hype zijn, toch raad ik iedereen aan om minstens één keer in zijn leven één van zijn concerten bij te wonen. Maar dan enkel als ook The Webb Sisters van de partij zijn.

Back To The Sixties • 21 & 22 juni 2013 • cc Leopoldsburg

24/6/2013

 

- By Lambert Smits & JP Daniels Photo's © -

Aan de vele grijze haardossen en kalende hoofden van het publiek dat de schouwburgzaal tot de nok vulde, kon je merken dat deze mensen jong waren in de sixties. De sixties die ontegensprekelijk een grote invloed hadden op de ontwikkeling van de popmuziek zoals wij die heden ten dage kennen. Denken we maar aan de opkomst van The Beatles en The Rolling Stones, met in hun kielzog een grote schare Engelse bandjes, die momenteel als ‘The British Invasion’ bestempeld worden. In die tijd had iedere stad en zelfs ieder zichzelf respecterend dorpje in Vlaanderen een vaak tot dancing omgetoverd café, waar op zaterdagavond een lokaal beatbandje de hits van het ogenblik aan mekaar reeg. Dat de kwaliteit van deze amateurgroepjes niet steeds van enig niveau was, kon de pret van het jonge volkje niet drukken. Het samenzijn met vrienden, een pintje pakken en genieten van de songs van de groepen van over de plas was het belangrijkste. Dit alles zal zeker de nostalgische honger van het publiek in Leopoldsburg aangewakkerd hebben. Die honger zou vakkundig gestild worden. Meer nog…het valt niet te ontkennen dat buiten het nostalgische karakter van deze sixtiessongs, deze nummers nog steeds staan als een huis. En dat wil na een halve eeuw toch wel iets zeggen, niet?

Vrijdag: The Equals… dé vrijdagse verrassing!

Bubblegummusic was binnen de muziek in de jaren 60 ongetwijfeld het vrolijkst klinkend genre. Groepen als 1910 Fruitgum Company en Ohio Express boekten de grootste successen. Pakweg een halve eeuw later mocht de flamboyante frontman Gary Garrison met zijn Ohio Express deze successen nog eens overdoen. Zijn vaste compagnon Doug Grassel moest wegens een opname in ziekenhuis na een val, forfait geven. Geen probleem voor Garrison, die al vlug met de nodige dosis humor het publiek op zijn hand kreeg. De vaak ietwat slordig gespeelde kauwgomsongs gingen er bij de massa toch als zoete koek binnen. ‘Chewy, Chewy’, ‘Simon Says’, ‘Yummy, Yummy, Yummy’ werden gekoppeld aan ‘American Pie’ van Don McLean en zelfs aan het door The Blasters bekend gemaakte ‘Marie, Marie’.
‘Baby Come Back’ is zo een nummer dat, zelfs al woonde je in de sixties op een andere planeet, dan nog zal dit nummer zich tussen je oren genesteld hebben. The Equals behoorden destijds tot de eerste groepen, waarin blanke en zwarte muzikanten samen musiceerden. Van de originele Equals zijn momenteel zanger Dervin Gordon, tweelingsbroer van Eddy Grant die een solocarrière ambieerde en bassist Pat Lloyd nog actief in de band. Samen met een drummer en een overigens uiterst getalenteerde gitarist zorgden zij voor een spetterende show. Dervin of kortweg Derv genoemd benadert op een spectaculaire wijze de stem van Grant en zijn tomeloze energie werkte al vlug aanstekelijk op de overige bandleden. Alhoewel The Equals  hun sporen reeds ruimschoots verdiend hebben, speelden zij een set alsof zij nog alles moesten bewijzen. ‘Hold Me Closer’, ‘Viva Bobby Joe’, ‘’Softly, Softly’, ‘Rub A Dub Dub’, ‘Police On My Back’, ‘Green Light’ en natuurlijk ‘Baby Come Back’ waren voor een deel van het publiek dé aanzet om deze songs van extra stemmen te voorzien. The Equals kwamen, zagen en overwonnen!
De Duitser Mike Kogel, beter bekend als Mike Kennedy, destijds de zanger bij Los Bravos, bekend van hun monsterhit ‘Black Is Black’ was samen met Ohio Express afgezakt naar Leopoldsburg. Hoewel hij destijds aanzien werd als de nieuwe Gene Pitney, bleek hij nu vooral eigenaar van een gebroken stem te zijn. Helemaal in zwart leder gehuld, en met een begeleidende bandopname, worstelde hij zich letterlijk door nummers als o.a. ‘Pretty Woman’, ‘Let’s Twist Again’, ‘Nights In White Satin’, Black Is Black’ en ‘Bye Bye Love’. Bye Bye Mike, zouden wij zeggen!
Gelukkig maar was dit niet zo fraaie intermezzo van korte duur en mochten The Fortunes even na middernacht het podium op. Deze band scoorde hits met o.a. ‘Here It Comes Again’, ‘Here Comes That Rainy Day Feeling Again’, ‘Freedom Come, Freedom Go’, ‘Caroline’, ‘This Golden Ring’ en natuurlijk dé hitsingle ‘You’ve Got Your Troubles’. Alhoewel nieuwkomer en zanger Eddy Mooney het onderste uit de kan haalde om deze songs een tweede leven te geven, bleven de herinneringen aan de originele band ons toch parten spelen. Ook het door Jacques Brel  geschreven ‘Seasons In The Sun’ dat de Canadees Terry Jacks overigens geen windeieren legde, kon niet voor de volle 100 % overtuigen. Neen dan hadden wij het meer voor  ex-Badfinger Bob Jackson. Toen Jackson de toetsen ruilde voor de gitaar en een hartverscheurende versie van Harrisons ‘Here Comes The Sun’ bracht, was het voor ons duidelijk. The Fortunes zijn echter de lievelingen van het Leopoldsburgse publiek en konden net als vorig jaar andermaal rekenen op een staande ovatie.

Zaterdag: Drie maal een schot in de roos!

Bubblegummusic was binnen de muziek in de jaren 60 ongetwijfeld het vrolijkst klinkend genre. Groepen als 1910 Fruitgum Company en Ohio Express boekten de grootste successen. Pakweg een halve eeuw later mocht de flamboyante frontman Gary Garrison met zijn Ohio Express deze successen nog eens overdoen. Zijn vaste compagnon Doug Grassel moest wegens een opname in ziekenhuis na een val, forfait geven. Geen probleem voor Garrison, die al vlug met de nodige dosis humor het publiek op zijn hand kreeg. De vaak ietwat slordig gespeelde kauwgomsongs gingen er bij de massa toch als zoete koek binnen. ‘Chewy, Chewy’, ‘Simon Says’, ‘Yummy, Yummy, Yummy’ werden gekoppeld aan ‘American Pie’ van Don McLean en zelfs aan het door The Blasters bekend gemaakte ‘Marie, Marie’.
‘Baby Come Back’ is zo een nummer dat, zelfs al woonde je in de sixties op een andere planeet, dan nog zal dit nummer zich tussen je oren genesteld hebben. The Equals behoorden destijds tot de eerste groepen, waarin blanke en zwarte muzikanten samen musiceerden. Van de originele Equals zijn momenteel zanger Dervin Gordon, tweelingsbroer van Eddy Grant die een solocarrière ambieerde en bassist Pat Lloyd nog actief in de band. Samen met een drummer en een overigens uiterst getalenteerde gitarist zorgden zij voor een spetterende show. Dervin of kortweg Derv genoemd benadert op een spectaculaire wijze de stem van Grant en zijn tomeloze energie werkte al vlug aanstekelijk op de overige bandleden. Alhoewel The Equals  hun sporen reeds ruimschoots verdiend hebben, speelden zij een set alsof zij nog alles moesten bewijzen. ‘Hold Me Closer’, ‘Viva Bobby Joe’, ‘’Softly, Softly’, ‘Rub A Dub Dub’, ‘Police On My Back’, ‘Green Light’ en natuurlijk ‘Baby Come Back’ waren voor een deel van het publiek dé aanzet om deze songs van extra stemmen te voorzien. The Equals kwamen, zagen en overwonnen!
De Duitser Mike Kogel, beter bekend als Mike Kennedy, destijds de zanger bij Los Bravos, bekend van hun monsterhit ‘Black Is Black’ was samen met Ohio Express afgezakt naar Leopoldsburg. Hoewel hij destijds aanzien werd als de nieuwe Gene Pitney, bleek hij nu vooral eigenaar van een gebroken stem te zijn. Helemaal in zwart leder gehuld, en met een begeleidende bandopname, worstelde hij zich letterlijk door nummers als o.a. ‘Pretty Woman’, ‘Let’s Twist Again’, ‘Nights In White Satin’, Black Is Black’ en ‘Bye Bye Love’. Bye Bye Mike, zouden wij zeggen!
Gelukkig maar was dit niet zo fraaie intermezzo van korte duur en mochten The Fortunes even na middernacht het podium op. Deze band scoorde hits met o.a. ‘Here It Comes Again’, ‘Here Comes That Rainy Day Feeling Again’, ‘Freedom Come, Freedom Go’, ‘Caroline’, ‘This Golden Ring’ en natuurlijk dé hitsingle ‘You’ve Got Your Troubles’. Alhoewel nieuwkomer en zanger Eddy Mooney het onderste uit de kan haalde om deze songs een tweede leven te geven, bleven de herinneringen aan de originele band ons toch parten spelen. Ook het door Jacques Brel  geschreven ‘Seasons In The Sun’ dat de Canadees Terry Jacks overigens geen windeieren legde, kon niet voor de volle 100 % overtuigen. Neen dan hadden wij het meer voor  ex-Badfinger Bob Jackson. Toen Jackson de toetsen ruilde voor de gitaar en een hartverscheurende versie van Harrisons ‘Here Comes The Sun’ bracht, was het voor ons duidelijk. The Fortunes zijn echter de lievelingen van het Leopoldsburgse publiek en konden net als vorig jaar andermaal rekenen op een staande ovatie.
<<Previous

    Archives

    December 2013
    September 2013
    August 2013
    July 2013
    June 2013
    May 2013
    April 2013
    March 2013
    February 2013
    October 2012
    August 2012
    July 2012

    Categories

    All
    • Amy MacDonald
    • Back To The Sixties
    • Bonnie Raitt
    • Chic Feat. Nile Rodgers
    • Chi Coltrane
    • Emmylou Harris And Rodney Crowell
    • Heavy Metal Lokeren
    • Houden Van Griffelrock
    • Ian Hunter
    • Jennifer Lopez
    • Joe Cocker
    • Leonard Cohen
    • OMD
    • Patti Smith
    • Radio 1 Sessies OLT
    • Suikerrock 2013
    Voices Of Rock Radio

    RSS Feed

A WOODLAND HILLCREST PROMOTION PRODUCTION  I  KEYS AND CHORDS 2001 - 2023
  • Home
  • Photo Shoots
  • Contact